Over de Prinsekerk
De Prinsekerk werd op 13 december 1933 in gebruik genomen, ontworpen door de architecten Meischke en Schmidt. De naam Prinsekerk ontleende men aan het feit dat het in 1933 vierhonderd jaar geleden was dat Willem de Zwijger werd geboren.
De Prinsekerk heeft een kloosterachtige opzet. De verschillende bouwdelen, Kerkzaal, Kapel, Lokalen, Woonhuis en fietsenstalling, omsluiten een prachtige binnentuin.
De Kerkzaal van de Prinsekerk heeft een langwerpige kerkzaal met spitsboogvormige voor- en achtermuur en golvend houten plafond. De preekstoel, het orgel en divers ander meubilair en gedenkstukken zijn overgeplaatst vanuit de Oosterkerk die gesloopt werd na de bouw van de Prinsekerk. Dit meubilair, de blauwe kanselnis de blauw-violette glas-in-loodramen geven de Prinsekerk een volstrekt eigen kleur en sfeer.
In de kenmerkend rechthoekige toren met zadeldak hangen drie luidklokken: de Juicher, de Roeper en de Trooster.